In het verleden heb je iets gedaan en in de toekomst blijft dat voor ellende zorgen. In het geval van een geldschuld betaal je maandelijks rente over een in het verleden geleende bedrag. Dat zijn kosten die drukken op de winst. Het legt een hypotheek op je bedrijf. Toch is financiële schuld niet het grootste probleem.
Een onderneming heeft niet alleen te maken met geldschuld. Een onderneming bouwt ongemerkt verschillende soorten schuld op. Ik onderscheid financiële schuld, technische schuld, organisatorische schuld en schuld bij klanten.
Bij technische schuld wordt in de productontwikkeling gekozen voor een quick-and-dirty oplossing die voor de korte termijn voldoende is, maar in de toekomst voor problemen zorgt. Soms zijn de problemen in de toekomst zo groot dat ze onoverkomelijk worden en het einde van de Product Life Cycle inluiden.
Organisatorisch schuld is herkenbaar aan inflexibiliteit van de organisatie en een lage motivatie van de mensen die in de organisatie werken. Een duidelijk voorbeeld van dit soort schuld is een consistent hoog ziekteverzuim op de maandagen. Deze schuld ontstaat wanneer een manager niet strak genoeg grip heeft gehad op het bedrijf. In het verleden heeft men de lieve vrede willen te bewaren en bepaald disfunctioneel gedrag niet aan de kaak gesteld. Nu is dat gedrag de norm, is het verspreid door de organisatie en heeft het uiteindelijk de bedrijfscultuur beïnvloed. Organisatorische schuld is daardoor hardnekkig.
Schuld bij klanten werkt op een vergelijkbare manier als organisatorische schuld. Door eens een slecht product of dienst te leveren ontstaat schuld. Een leverancier van een slecht product kan een klant bijvoorbeeld minder makkelijk verwijten dat de facturen te laat betaald worden. Door scherp te sturen op de kwaliteit en afspraken na te komen wordt deze schuld voorkomen, maar hij is hardnekkig. Een klant heeft bij iedere gemaakte fout een argument in onderhandelingen. Een argument dat tot in het eind der tijden wordt ingezet. Lagere prijzen leidt tot meer druk op de kosten waardoor de kwaliteit onder druk komt te staan waardoor de vicieuze cirkel rond is. In tegenstelling tot organisatorisch schuld is schuld bij klanten in te perken tot 1 specifieke klant.
Jim Collins schreef in zijn boek Good to Great dat de geweldige bedrijven vaak geweldig zijn gestart en geweldig zijn gebleven. Hij schreef verder dat het heel moeilijk is om van een middelmatig bedrijf een geweldig bedrijf te maken. Ik denk dat dat komt door deze vier vormen van schuld. Een middelmatig bedrijf met financiële, technische, organisatorische en klantschuld zal een extreem grote uitdaging hebben om geweldig te worden. In tegenstelling tot financiële schuld zijn de andere drie niet makkelijk zichtbaar en daardoor subjectief. Het probleem hiermee is dat ze inwerken op het bedrijfsimago. Nadat de schuld objectief is weggewerkt zorgen ze nog steeds voor problemen. Deze realisatie geeft managers de legitimatie om schuld de kop in te drukken voor het te laat is.
Schuld is niet altijd erg. Soms is het juist goed om even schuld op te bouwen en daarmee op korte termijn een groter bedrijfsresultaat te realiseren. Zo realiseer je met horten en stoten groei en kun je netto meer overhouden. Het is aan de ondernemer om te navigeren op de balans van goed en slecht. Het is de uitdaging aan ieder ondernemer om te weten welke schuld (in alle vormen) hij heeft, dit tijdelijk te laten zijn en hardnekkige schuld af te bouwen.