Ik ben niet tegen open source. Sterker, open source heeft mijn warme aandacht en interesse. Het is alleen niet zo dat open source de zegen is die we nodig hebben om de wereld te redden van de ondergang. Stimulering van open source is een goede zaak, mits de discussie rond dit thema op basis van de juiste argumenten gevoerd wordt.
Waarneer het om het onderwerp ‘open source’ gaat, struikelen mensen over elkaar heen om zo snel mogelijk met hun gezicht op televisie te komen (politici voorop). En dat is jammer. Allereerst omdat er belangrijkere onderwerpen in de wereld zijn. Maar ook omdat de argumenten die aangehaald worden vaak ongefundeerd zijn. En dan heb ik het nog niet eens over de verwarring tussen open source en open standards of free-as-in-beer versus free-as-in-speech.
Waar gaat het nou om? Open source is gebaseerd op de gedachte dat als meerdere mensen tegelijkertijd een goed idee hebben, ze beter kunnen samenwerken. Dit in plaats van dat ze ieder voor zich aan de slag gaan op hun spreekwoordelijke zolderkamer. De gedachte is logisch: in theorie worden de kosten gedeeld en is het eindresultaat kwalitatief beter. Maar nu de praktijk.
Open source kent een aantal belangrijke drempels. Laten we eens beginnen bij het begin. Stel, ik heb een idee, een briljant idee uiteraard. Zo briljant dat het ook wel een uniek idee moet zijn. Ja, daar gaan we al. Als het een uniek idee is waar ik veel vertrouwen in heb, dan wil ik eigenlijk gelijk aan de slag. Dan ga ik niet eerst dagen, weken, maanden op zoek naar anderen die met hetzelfde idee rondlopen. Dat zou een vruchteloze exercitie worden. Mijn idee is immers niet voor niets uniek!
Maar goed. Laten we eens zeggen dat ik er minder vertrouwen in heb dat mijn idee uniek is. En ik ga daadwerkelijk op zoek naar metgezellen om mijn idee vorm te geven. Waar begin ik dan met zoeken? Waar is het platform voor open source-enthousiastelingen? Over zo’n platform heb ik nog geen politicus gehoord.
Dikke kans dat ik alsnog de hoop opgeef en zelf aan de slag ga. Als je eenmaal weet waar je moet zoeken, dan wordt het een heel ander verhaal. Maar goed, het heet niet voor niets een toegangsdrempel. Na veel bloed, zweet en tranen is het dan zover. Een eerste versie van mijn project is geboren. Het aantal gebruikers staat op één: ikzelf.
Het blijkt helemaal niet makkelijk te zijn om een open source-project te starten en promoten. Omgekeerd werkt het wel. Des te groter het open source-project, des te meer aandacht het project zal krijgen. Daarbij hebben kleine projecten dan het nakijken. De grotere worden groter en de kleinere hebben geen schijn van kans. Ofwel: de grote projecten monopoliseren de markt.
Als je dan bedenkt dat achter vrijwel elk groot project een groot bedrijf schuilt, dan is het de vraag hoe eerlijk open source software is. De populaire browser Firefox bijvoorbeeld wordt ontwikkeld door de Mozilla Foundation. Een stichting dus, die geen belasting hoeft te betalen, maar wel een forse omzet draait. De bron van deze omzet laat zich raden. De ontwikkeling van Firefox wordt voor het allergrootste deel (zo’n 91%) betaald door Google. In ruil is Google de belangrijkste zoekoptie in Firefox.
Je zou bijna denken dat Firefox een project is van Google met één doel: via een gratis open source – do no evil – browser meer zoekmachine-dollars binnen harken.
btw: I ❤ Firefox 😉
Florian, als je niet weet waar je het over hebt. Post dan niet…
Het verschil tussen ‘open standards’ en ‘open source’ is een ander verschil dan ‘free as in beer’ en ‘free as in speech’. ‘open source’ is niet ‘free as in beer’ maar wel ‘free as in speech’. ‘open standards’ is geen van beide.
‘free as in beer’ wordt vaak (ook door jou hier) in verband gebracht met open source, maar dat is dus niet waar. Iedereen kan en mag geld vragen voor OS software.
Daarnaast is je veronderstelling verkeerd dat als je een uniek idee hebt, je moet gaan zoeken naar andere ontwikkelaars. Ik zie dat op OS-fora ook vaak misgaan. Dan hebben ze een idee voor een nieuwe feature (of heel nieuw idee), en dan gaan ze die bediscussieren, in de hoop dat ie ook ontwikkeld gaat worden. Dat werkt dus niet.
Je zult het in eerste instantie zelf moeten maken, maar houd je aan de basis-regels van het bazaar model: release often, release early. Post die release op een OS-forum en kijk naar de reacties. Misschien komt iemand met een beter ontwerp, misschien wijst iemand je op een ander project dat hetzelfde doet. Misschien is iemand geinteresseerd om te helpen. Zo begint het.
En OS is ook het voorkomen dat je werk dubbel doet. Dus inderdaad, als er al een groot project is, zullen weinigen je helpen dat project na te bouwen. (dubbel werk) Maar als je denkt dat je het beter kan, en dat ook bewijst door een begin te maken, zullen andere ontwikkelaars je zeker steunen. Het is in de korte OS-geschiedenis heel vaak voorgekomen dat een ‘populair’ project vervangen is door een ander project omdat dat nu eenmaal beter was. En mocht je zelf een concurerend project maken, mag je zomaar in de code van je concurrent kijken, of zelfs delen kopieren, om je eigen opzet meteen beter te maken.
De echte kunst is goed kijken wat er al bestaat en wat je kan gebruiken en dan met zo min mogelijk effort je eigen product maken, gebruik makend van wat er al is.
En of open source ‘eerlijk’ is… Dat heeft toch niemand gezegd? Het is ‘free-as-in-speech’ Is dat altijd eerlijk? Er moet toch ook geld verdiend worden?